Brandt uw kleding misschien wel te snel?

Share on facebook
Share on google
Share on twitter
Share on linkedin

Bij brandveiligheid denken we al snel aan pakken van brandweermannen en -vrouwen. Deze moeten natuurlijk extreem brandveilig zijn en dat geldt voor meer beschermende beroepskleding. Echter voor de ‘gewone’ kleding, modieus of niet, is de brandbaarheid ook een punt van aandacht.

Extreme brandbaarheid van kleding is verboden. De Warenwet bepaalt dat uitsluitend veilige producten op de markt gebracht mogen worden. Logisch, alleen al vanuit het oogpunt ‘Algemene Productveiligheid’

Wat is de brandbaarheid?

Grofweg bestaat brandbaarheid uit twee belangrijke onderdelen:

  • hoe snel vat een stof zelf vlam en
  • is er een risico van een steekvlam aan het oppervlak?

Dit laatste komt bijvoorbeeld bij geruwde pluizige materialen voor. Het ontstaan van smeltdruppers en gassen spelen ook een rol in de veiligheid.

Waarop letten bij de inkoop?

Hoe moet ik ermee omgaan als designer, productontwikkelaar, kwaliteitsmanager of inkoper van kleding? Waar ligt nu eigenlijk de grens en hoe spreek je dit goed af met de stoffen- en kledingproducenten?

Het is mogelijk om een korte instructie over de brandveiligheid van kleding voor je producent te maken. Maar ons advies is: wees voorzichtig! De regels variëren namelijk per (verkoop)regio, productsoort en onderdeel van het kledingstuk.

Een toelichting:

Er zijn brandveiligheidsregels voor alle kleding in het algemeen, maar in het bijzonder voor nachtkleding, kinderkleding, zwemkleding en ondergoed.

Ook voor aanverwante artikelen zoals boa’s, beddengoed en slaapzakken zijn er aparte regels.

Denk bij de regio’s bijvoorbeeld aan de verschillen tussen de wetgeving in Europa, USA, Canada en Australië. En binnen Europa zijn ook nog afwijkende afspraken per land mogelijk, zoals in Nederland, Groot-Brittannië, Zweden en Noorwegen.

Verplichtingen en afspraken

Wettelijke en vrijwillige regels of overeenkomsten kunnen in verschillende vormen voorkomen:

  • Elke lidstaat kent zijn eigen wetgeving;
  • De EU kent verder ‘directives’ ofwel Europese richtlijnen: ‘verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen’ (bron: Nederlandstalige Wikipedia); vaak worden ze overgenomen in de EU-landen, maar men heeft de vrijheid af te wijken.
  • Ook kunnen binnen lidstaten convenanten afgesloten zijn: overeenkomsten tussen verschillende partijen, die vooral bindend zijn voor degenen die het afgesloten hebben, maar vanwege de impliciete verwachtingen van je klant, toch belangrijk genoeg voor iedereen om eraan te voldoen (denk aan ‘Convenant brandveiligheid nachtkleding’ vanuit de overheid en diverse partijen uit de kledingbranche.
    afspraken tussen de voedsel- en warenautoriteit en de branche(verenigingen), zoals het hanteren van de testnorm ASTM D1230 bij de beoordeling van de brandveiligheid van kledingtextiel en de bijbehorende eis
  • Normen: wereldwijd wordt de ASTM D1230 (Standard Test Method for Flammability of Apparel Textiles) het meest gebruikt en geldt als een algemene standaard voor de brandveiligheid van textiel;
  • Landelijke richtlijnen, zoals in Zweden: Guidelines on Fire Properties of Apparel Textile (Flammabilty), Product Safety Act (SFS 1988: 1604)

Vaak wordt de brandbaarheid in klassen ingedeeld volgens het Amerikaanse systeem. Class 1 is sowieso geschikt voor kleding en Class 3 mag je niet gebruiken. Meer informatie hierover.

Wat meld ik mijn leveranciers

Het lijkt allemaal heel ingewikkeld te zijn.

Echter, als u weet om welke producten het gaat en op welke markt u verkoopt, dan is het mogelijk om hier een helder overzicht van te maken, zodat u een hanteerbare instructie voor de producenten kunt maken.

Hoe beoordeel ik snel mijn collectiestoffen?

De ‘geest van de wetgeving’ is dat je geen gevaarlijke producten op de markt mag brengen. U zou een quickscan kunnen doen via een eenvoudige eigen test met een brandveilige testopstelling in een brandveilige ruimte. Hiermee kunt u dan al snel de stoffen die te snel vlam vatten opsporen.

Aangezien de lat niet al te hoog ligt (immers vrijwel elk stuk textiel brandt makkelijk) zou het aantal risicostoffen/-modellen best mee kunnen vallen.

Deels kunt u daarbij dan ook nog de samenstelling en het stofgewicht als hulpmiddelen gebruiken. Zwaardere stoffen en materialen van bepaalde vezels worden vaak bij voorbaat al als brand-ongevaarlijk gezien. Zo staat wol bekend om het zelfdovende karakter.

Blijf er echter wel voorzichtig mee, want mengingen zijn vaak onvoorspelbaar.

Wilt u meer informatie? Of heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Laat een reactie achter

Gratis De GiraffeLook ontvangen?

Nieuwsbrief met prikkelende updates en inspirerende kennissessies